Het is met het “ik” zoals met de tijd. Je leeft in het heden, maar dat heden is een seconde later al een verleden. Je kan pas beseffen hoe vol dat heden was, vanuit de toekomst terugblikkend.
De spiegel waarin je kijkt naar jezelf is bestoft en het vraagt (de) tijd om het stof weg te vagen, om te beseffen hoe je “ik” echt was. Maar helaas ben jij (en je ik) dan al op weg naar een volgende fase. Bovendien is het “ik”, ook voor jezelf, het product van de confrontatie met Anderen (dat kan via paintings, muziek, lectuur,…).
Degene die praat en reflecteert en dit in de ik-vorm doet, is ingehuurd om wat zich in het verleden in onze hersentjes afspeelde en wat we zintuiglijk ervoeren, naar buiten te brengen (“buiten” kan ook zijn naar zichzelf toe, het innerlijke stemmetje).